vrijdag 9 mei 2008

Wie zich brandt...

We (Alice en ik) zijn vanavond even in een polder in de buurt van huis geweest. Mijn Bansberg was nog niet goed ingewijd, en het leek me een aardig idee om hem mee te nemen. We hadden daar tijdens een rondritje al verschillende karpers zien zwemmen. De meeste zullen zo'n 15 pond zijn geweest, met uitzonderingen tot ver daarboven. Mijn Bansberg is een 1 ponder, en ik had beter moeten weten...

De avond was prachtig; zwoel en stil. Ik heb voor het eerst ringslangen in Nederland gezien, noch wel buiten de bekende vindplaatsen, en het water leek te koken van activiteit. Omdat de karpers toch bijna op de automatische piloot rond leken te zwemmen koos ik voor een plek waar ze wel even stil moesten houden, in de hoop dat ze dan mijn aas zouden opmerken. Links van me lag een houten balk, en rechtsachter me stond een klein bruggetje. Voor me had ik alle ruimte, en het leek me dat ik een vis die kant wel op kon dirigeren.

Hoewel er overal om me heen vis zwom, vooral brasems die nog wat laatste eieren over hadden, en karpers die zich aan het klaarmaken zijn om te gaan paaien, bleef mijn pennetje akelig rustig staan. Pas toen het donker werd nam kennelijk de paaidrift wat af. Zonder waarschuwing vooraf schoof mijn kurkje snel naar rechts. Een korte tik was voldoende om de haak te zetten. De karper leek niet groot, maar dat was kennelijk te wijten aan de "schrikseconde", want al snel schoot hij naar de overkant. Daar aangekomen leek hij zich nog even te bedenken, om vervolgens te kiezen voor een poging onder de brug te komen.

Ik voel me een dilettant, een enorme prutser. Alle ruimte had ik, en dat bruggetje was echt niet zo rot geweest, als ik maar de tegenwoordigheid van geest had gehad om het water in te springen. De hengel is te kort en te licht om een karper op volle snelheid te stoppen, en al snel liep er zeker 30 meter lijn met een scherpe knik achter een betonnen pijler langs. Op mijn vinger heb ik een blaar op de plaats waar hij de spoelrand raakte. Die spoel tolde als een bezetene, de hengel durfde ik uit angst hem te breken niet verder onder druk te zetten, en de vis trok zich er nauwelijks iets van aan. Het hele gebeuren heeft zich afgespeeld in minder tijd dan nodig is om deze alinea te lezen, en ik baal er nog steeds van.

De grootste vissen haak je op het lichtste materiaal, en je zult dus altijd rekening moeten houden met hun bestaan. Licht vissen is machtig mooi, maar er bestaat ook zoiets als te licht vissen. De volgende keer neem ik naar deze plek een steviger stok mee.

2 opmerkingen:

Ap zei

Ik koop geen boeken meer Arjan. Veel vistijd toegewenst :)

Ap

Peter Linzell zei

Hallo Arjan,

Mooi verslag, en heerlijk meeslepend geschreven.

Licht vissen na de winter (vroege voorjaar)periode op karper in de polder is niet nodig. Zodra de temperatuur gaat stijgen, gaan de karpers aan kracht winnen, alsof ze door de zon uit een soort van winterslaap gehaald worden.

Een mooie karper verspelen door te licht materiaal is zonde.

Het verslag is er weer eentje om in te lijsten. Top!

Groeten,
Peter