maandag 18 mei 2009

Windes in de wind

Na bijna een jaar van contact via email en op het lichtervissenforum is het zover, Joop gaat een dagje mee vissen. Voor ons beiden staan er wat eerste keren op het programma. Ik ga voor het eerst vissen met een vlokhengel, die mag ik lenen van Joop . Joop gaat voor het eerst de windes achterna. We hebben afgesproken om een uur of tien bij Joop thuis. Omdat het weer niet al te best is nemen we het er lekker van. We drinken een bakkie, en Joop laat me zijn mooie hobbyruimte zien. Er staat een prachtige verzameling lichte hengeltjes, en Joop is duidelijk druk bezig met het maken van spinners voor het komende seizoen. Heel gul krijg ik wat echte Rafaleblaadjes in mijn handen geduwd, evenals een prachtig presentje voor de kleine.

Als het na een uurtje eindelijk lijkt te stoppen met regenen vertrekken we naar de eerste plek. Daar heb ik eerder al aardig windes kunnen vangen, dus het leek me een logische plaats om te beginnen. Helaas is er van de weersverwachting weinig terecht gekomen. Het had al niet moeten regenen, maar de wind staat ook nog eens in de lengte van het kanaal, in plaats van in de rug, zoals ik had gehoopt. We proberen het een uurtje, gelijk weggaan is ook een beetje jammer. Van vis zien we helemaal niets. Joop probeert het op de gok wat dieper. Verstandig, want al snel wipt zijn vlokdobbertje wat op en neer, om vervolgens omhoog te komen en plat te gaan liggen. Een pracht van een brasemaanbeet, gevolgd door een dril zoals je die niet verwacht als je je brasems alleen vangt tijdens het karpervissen.




Als de brasem in het net ligt geeft hij nog een klap met zijn staart, waardoor het lijntje breekt. We beslissen om pas op een andere plek weer op te tuigen, hier is het veel te winderig. We rijden door naar de Lek, waar ik wel vaak langsgereden ben, maar waar ik nog nooit heb gevist. Een parkeerplek is nog niet makkelijk te vinden, evenmin als een krib waar je makkelijk bij kunt. Gelukkig komt zo'n plek toch en een beetje onwennig proberen we de rivier te temmen.


Joop meldt dat hij wat aanbeten heeft aan de basis van de krib, waar het heel ondiep is. Op de kop heb ik nog niet veel gezien. Ik ga naast Joop zitten en net als ik me afvraag of er wel vis zwemt in het enkeldiepe water schuift mijn vlokdobbertje snel weg. Ik sla, waarop een vis als een dolle dolfijn het water uitspringt. Hij is maar even boven water, maar ik herken hem aan zijn grote stompe kop: een winde. Ik heb er erg veel plezier in. De oude Fair Play vlokhengel die ik vandaag mag lenen van Joop gaat hoepeltje rond, en de slip van de even oude Pelican 50 laat zich ook nog horen. Joop poseert met de vis, die nogal slijmerig is.




Aan de andere kant van de krib staat de stroming wat gunstiger, en Joop meldt dat hij het daar gaat proberen. Al na een kwartiertje komt hij terug, zijn handen een halve meter uit elkaar houdend en druk gebarend en schuddend. Als hij zijn tas heeft bereikt vertelt hij dat zijn lijn gebroken is door een vis die woest tekeer ging. Nadat ik een brasem heb geland ga ik even bij hem kijken. Hetzelfde blijkt hem nog een keer overkomen te zijn. We vragen ons hardop af wat het geweest kon zijn. Grote windes die achter een steen langs zijn gezwommen, of misschien wel ondiep fouragerende barbeel? Het windeverhaal lijkt waarschijnlijker, als Joop er één haakt die als een speer naar het diepere water vlucht. De slip staat wat losser nu, en het dunne lijntje overleeft het geweld. Joop is alweer de gelukkige wat het poseren betreft...


Kort na deze vangst besluiten we dat het wel genoeg is geweest. De wind wordt wat kouder, en we hebben allebei gevangen waarvoor we kwamen. Als het weer een beetje prettiger is doen we het nog eens over.

zaterdag 2 mei 2009

terug naar de polder

Donderdagochtend om 5 uur heb ik met Ap afgesproken op het parkeerterreintje waar ik inmiddels al bijna een eigen plekje heb. We gaan vissen op de karpers die nog steeds op voor ons goed bereikbare plekken in de polder wachten op warm weer. Vorige week bleek al dat de vissen vol zaten met hom en kuit, dus dat de paai snel zal komen is wel duidelijk. Ap is een beetje later, hij rijdt de straat van de andere kant in dan ik. We zetten onze hengels alvast maar in elkaar bij het licht van een lantaarn, omdat het nog behoorlijk donker is.

Alles lijkt alsof er niets veranderd is. De vogels zijn iets vroeger begonnen met zingen, en de specht laat zich al horen, maar de karpers liggen nog precies daar waar ik ze achterliet toen ik vorige week naar huis ging. Dit moet gewoon een goede dag gaan worden. De temperatuur gaat vandaag niet laag zijn volgens de voorspellingen, en de wind is zwak. We beginnen bij de eerste zichtbare karper. Ap meent wel een aanbeet te zien, maar ikzelf zie alleen karpers langs mijn aas zwemmen. De meegenomen garnalen worden heen en weer getorst door de plaatselijk zeer algemene Amerikaanse kreeftjes. Plan B is het monteren van een dikke huisjesslak. Die plant ik vlak onder de overkant tussen de begroeiing in. Die wordt door wel drie verschillende vissen geheel genegeerd. Jammer, maar de dag duurt nog lang.

We verkassen een stukje, hopend wat vissen te vinden die wel willen eten. Tussen de planten die groeien in een heel ondiep stukje zit redelijk wat vis. Ik leg mijn slak vlak tegen de planten, hopend op een aanbeet. Of die er echt was of niet weet ik niet, het kan ook een lijnzwemmer zijn geweest. In ieder geval sloeg ik een prachtig gat in de lucht, net als bij alle andere keren dat mijn drijvertjes later op de dag in beweging zouden gaan komen. Ap lacht me uit, om vervolgens hetzelfde nog een paar keer te doen. Heerlijk, zo'n dagje lekker prutsen. We vermaken ons ondanks alles prima, er is tenslotte genoeg te zien.


Binnenkort doen we het nog eens over, hopelijk met iets meer succes.