zondag 14 december 2008

warme momenten in een koude haven

Rond zeven uur in de ochtend heb ik de voor- en achterruit van onze auto eindelijk voldoende ijsvrij gekregen om iets te kunnen zien. De fijne ijskristalletjes die van de ruiten afkomen zetten zich op mijn handen, die voor het eerst vandaag erg koud aanvoelen. In de auto is het gelukkig snel warm, en de heenreis verloopt redelijk soepel. Ap is al op zijn bestemming als ik hem bel om te vragen waar ik precies moet zijn.

We hebben allebei onze hengeltjes al opgetuigd achterin de auto liggen. Dat scheelt tijd, en vooral is het gemakkelijk om niet in het half-donker te hoeven pielen met subtiele knoopjes. Het is glad op de steigers die overal langs de kades liggen, en Ap deelt wat ervaringen met mij. Oppassen is geboden: naast de gladheid die vandaag veroorzaakt wordt door de kou, is er soms sprake van rotte planken, en het laatste wat je wilt op een dag als dit is te water geraken.


We gaan vissen op baars in de jachthavens van Brielle, één van de twee soorten die bijzonder talrijk kunnen zijn in de winter. De andere is de blankvoorn, die hier de koude maanden doorbrengt in de luwte van het stadje. De blankvoorns komen hier in twee categoriën. De eerste is de buitencategorie: vissen met een respectabele lengte van dertig centimeter en meer, die zich ophouden in de diepere delen halverwege de haven. De tweede wordt gevormd door hun nog jonge nageslacht. Enorme scholen visjes van twee jaar oud houden zich op langs de steigers, meer naar de einden van de havens. Deze visjes zijn waarschijnlijk de voornaamste reden voor onze rovers om zich gedurende de koudere periode in de haven te vestigen. We zien er tienduizenden, allemaal bijna stil hangend op half water.


Voor het zien van vis is het echter als we beginnen nog iets te donker. Met spanning laten we onze kleine shadjes langzaam over de bodem huppelen. Net als twee weken geleden in Den Helder lijkt het erop dat de baarzen nog te koud zijn om te reageren op de bewegingen, maar al snel heb ik toch iets gehaakt dat tegensputtert. Een vis dus, en geen vuil of verstopt ankertouw. Een baars kan het niet zijn, daarvoor is hij te log, en ik meld Ap dat het hier een snoekbaars betreft. In het heldere water kan ik even later zijn kop zien, en ik moet mijn fout inzien. Een snoek heeft mijn kleine gele visje gegrepen. Hij zal hier nog niet lang zijn, want hij is nog erg mager. Behoorlijk lang is hij wel, en het driegrams hengeltje zou in beter tijden geen partij voor hem zijn geweest. Gelukkig heeft de vis het net zo koud als wijzelf, en de dril is met een minuut of twee klaar.


Na deze eerste vis, die maakt dat wij ons wat warmer voelen wordt het toch tijd voor baars. Ap haakt en verspeelt een hele beste, en ik krijg wat later, tussen de eerste school visjes die we zien een hartverzakking als een mooie baars mijn shadje vlak onder mijn voeten grijpt en even laat zien dat hij lak heeft aan mannen met baarden. Dit is spannend vissen, door de boten en touwen moet je de vis op een vierkant meter houden, en een baars van een goede dertig centimeter zal niet zomaar meewerken. Gelukkig win ik ook deze strijd, en zo is roofvissoort nummer twee de klos vandaag.


De ochtend is al best een eindje opgeschoten, en we besluiten te gaan verkassen. Ap rijdt ons naar een heel ander deel van de haven, en voor we uitstappen hebben we koffie, brood en een heerlijke soep. Ap heeft duidelijk meer talenten dan vissen alleen! De tweede plek is wat ondieper dan de eerste, met opnieuw een enorme school vingerlange voorntjes vlak onder de kant. Ik haak en verspeel drie mooie baarzen achter elkaar, waaronder een vis die misschien wel mijn felbegeerde eerste veertiger zou zijn. Een mooie baars komt gelukkig wel even boven kijken, maar dan is het over. We overleggen nog even wat we de rest van de dag gaan doen. Het oorspronkelijke plan was om 's middags in de polders wat dichter bij huis de snoek te gaan belagen, maar eigenlijk is het hier in de haven wel prima. In de zon en uit de wind is het bijna behaaglijk, en Ap moet toch nog wel een baars gaan vangen.

We bleven dus, en dat was verstandig. Ap haakt een pracht van een snoekbaars. De vis laat zien wat hij waard is aan het "baarsbeukertje". Zijn hengeltje is speciaal voor hem gebouwd door John Schreiner, en het is een fantastisch ding voor deze lichte en subtiele visserij. Bedoeld voor de baars, maar ook een flinke snoekbaars kan hij aan.


De snoekbaars is nog maar net terug als ik weer aan de beurt ben. Een trage vis, die de hengeltop laat schudden is zich in de diepte erg kwaad aan het maken. Ook voor mij een snoekbaars! Als de vis anderhalve meter diep zwemt kan ik hem al zien. Hij heeft zijn bek wijd opengesperd en schudt als een wildeman met zijn kop. Het viervoetshengeltje laat zien ook met de derde roofvis van ons land geen moeite te hebben, en de snoekbaars glijdt moe en probleemloos het netje in. Zo vangen we twee vissen van precies 69 centimeter in vijf minuten van elkaar.


Hierna blijft het een tijdje stil. We spreken een paar witvissers die prachtige voorns vangen, en maken ons op voor het laatste deel van de dag. We gaan vissen waar we begonnen zijn, in de hoop dat er nu meer baars ligt.

Die baarzen zijn er inderdaad, en Ap vangt er dan ook niet alleen alweer een mooie snoekbaars, maar ook een echte pracht van een baars. Net geen veertig centimeter lang, en met een dikke buik vol voorntjes een vis om echt trots op te zijn. Even eerder sneuvelt mijn "record" op een vis van 35 centimeter. Het doet me opmerken dat baarzen toch wel de fanatiekste vechters onder onze roofvissen zijn. De vis duikt onder een boot, jaagt hele hordes voorntjes de stuipen op het lijf en zelfs op de kant is hij nog één en al branie.

Het was een prachtdag, met mooie vissen en in goed gezelschap.

maandag 1 december 2008

Het einde van de wereld, een drieluik

Deel 1. Baarsvissen met de grote jongens

"Vlak voor het einde van de wereld linksaf", dat is waar Ap, Bas en ik hadden afgesproken om 7 uur 's ochtends. Iets specifieker ging het hier om de MacDonaldsvestiging langs de provinciale weg in Den Helder. Het plan: even de haven van Den Helder onveilig maken met stukjes zacht rubber op een loodkopje teneinde wat baarzen te vangen voordat het licht genoeg was om op snoek te gaan vissen. Een rit van anderhalf uur volgens de routeplanner, maar voor mij was het toch al bijna twee uur. Dat laatste zal met mijn nog wat onbeholpen rijstijl te maken hebben. Doorrijden leer ik nog wel, ik ben al blij als ik heelhuids aankom op mijn bestemming.

Bas en Ap stonden al te wachten, en gelukkig was het naar de haven nog maar een minuut of tien rijden. Op de winderige kades was het koud, zó koud dat ik als een stekker baalde van mijn eerste verspeelde kunstaasje. Het aanknopen van een nieuwe onderlijn, in het donker en met witte vingertoppen nam al snel het beste deel van tien minuten in beslag. De baarzen deelden in mijn ongemak, en vonden het ook absoluut niet nodig om iemand van ons iets blijer te maken. Ik kan ze geen ongelijk geven, als ik in dat koude water moest ronddobberen zou ik ook geen vin verroeren.


Bas maakt van de gelegenheid gebruik om iets te eten. Dat doet hij de hele dag...

De aanvankelijke stilte werd pas toen het al redelijk licht was verbroken. Bas was de eerste, met twee mooie baarzen. Even later riep Ap eerst "ja!", en direct daarna iets wat niet zo netjes was. Hij verspeelde op het nippertje een echte opa-baars... De volgende was weer voor Bas, die niet voor niets de Baarskoning wordt genoemd.


Een mooie baars voor Bas


Ik, als onervaren baarsvisser stond er met mijn korte stokje bij te kijken, maar toen Ap zei dat de baarzen van vlak onder de kant kwamen steeg mijn vertrouwen aanzienlijk. Juist voor het vissen vlak onder de kant is zo'n heel kort ding ideaal. Mijn eerste baars van de dag was al snel een feit. Ik kon hem zien in het diepe maar heldere water. Wat ik eigenlijk niet verwacht had was dat de baars de knalgele shad bij de staart nam, om hem vervolgens zelf om te keren. Niet slim van hem, maar wel mooi voor mij. Het was een mooi gezicht, en het baarsje was al groter dan de visjes die ik anders in de polder vang.

Even later is Ap weer aan de beurt, en nu gaat alles goed. De tweede dertiger van de dag is een feit. Nu ik nog... Op dezelfde manier waarop ik mijn eerste baars ving probeer ik het nog even naast een brugpeiler, vlak voordat we inpakken. Een snelle baars grijpt snel het shadje terwijl ik het omhoog vis. Iets zegt me dat er vast meer baarzen naast die peiler zitten, en mijn gevoel klopt: bij de volgende worp voel ik een ferme tik op de hengeltop. Een prachtige baars laat even zijn dikke flanken zien voordat hij probeert de diepte weer in te duiken. Met assistentie van Ap en zijn net ligt de vis al snel op de kant. Eindelijk de eerste "echte" baars, gevangen aan een hengel die ik een jaar geleden al voor dit doel bouwde. De voldoening is groot.





Deel 2. Snoekles in een noordelijke polder

Na ons geslaagde baarsavontuur is het tijd de rest op te zoeken. Peter, Paul, Harvey en Frits waren al eerder begonnen met het vissen op snoek. Ze staan op een kilometer of 10 van ons verwijderd, en we rijden er in colonne heen. Ik in het midden, stoeiend met de versnellingen die niet altijd lijken te doen wat ik wil, en Bas geduldig achter mij rijdend. Als we uitstappen ziet Bas een jagende snoek, en direct daarna een ijsvogel, de tweede al die ochtend. De rest komt langzaamaan teruggelopen, en van Paul en Frits begrijpen we dat de snoek wel heel actief is, maar dat het kunstaas van de mannen straal genegeerd wordt. De hengel die ik net heb opgetuigd mag dan ook weer terug de wagen in; we gaan het een eindje verderop proberen.

Een vaartje in een nabijgelegen dorp is groot genoeg voor zo'n gezelschap.


Lichtervissers in actie

Bas overweegt nog even zijn haak maar van de lepel te halen. 's Ochtends heeft hij al een snoek gevangen, en hij vindt zichzelf helemaal geen snoekvisser. Gelukkig deed hij dat niet, en hij vangt een snoek die eerder de streamer van Ap had gemist. Harvey weet een snoekbaars te vangen, en Peter laat even zien dat hij de noorhollandse snoek beter kent dan menig man zijn eigen vrouw. In hoog tempo haakt en landt hij kleine snoekjes, en later zelfs een mooie maatsnoek.






De vele snoekjes (ook Paul weet er nog één te vangen, en Frits pakt ook een mooie) en redelijk wat baarsjes van een centimeter of twintig houden de gezelligheid er goed in. Iedereen lijkt zich prima te vermaken, en er wordt veel geworpen en gefilosofeerd over de waterige materie die vissen heet. Op de weg terug naar de auto's vangt Peter zijn laatste snoek, volgens mij de vijfde voor hem. De snoek gedraagt zich als een pitbull als hij tijdens de dril een tak tussen de kaken krijgt. Het kost Peter de nodige moeite de tak weer uit de snoekenbek te krijgen, wat Peter de uitspraak ontlokt: "Een takkesnoek uit een schijtdorp". De kanten van de vaart worden namelijk gebruikt als hondenuitlaatplaats, en allemaal hebben we wel een keer in een dikke drol gestaan.




Deel 3 Natte sneeuw en prachtig water




Paul, Harvey en Peter hebben 's middags andere afspraken, en moeten helaas vroeg in de middag afhaken. Met zijn vieren besluiten we naar een plek te gaan die ik ken van de sites van de andere vissers. Deze vaart heeft mooie natuurlijke oevers, en bevat kraakhelder water. Frits vangt hier regelmatig snoek, waaronder echt grote, en ik zie het vervolg van deze dag echt zitten. Ik probeer wat verschillende spinners, totdat ik tevreden ben met een spinner met een heel breed blad, en een rode vlieg gebonden op een scherpe dreg. Deze spinner kan ik langzaam binnenvissen in het ondiepe water, zonder dat hij te diep gaat om vast te lopen.

Ap vist door met een streamer, en Bas en Frits houden het bij lepels. Op deze manier heb je volgens mij de grootste kans dat iemand iets vangt. Mijn spinner blijkt al snel effectief. De lepel van Frits en de streamer van Ap hebben het snoekje niet kunnen bekoren, maar de traag bonkende spinner is hem te veel. Een felle ruk, en vervolgens rust, dat is wat ik voel. Net op het moment dat ik me bedenk dat ik misschien toch vastzit zie ik mijn lijn heel langzaam in beweging komen. Frits aarzelt geen moment en laat zien waar lieslaarzen allemaal goed voor zijn: hij loopt het water in om de snoek te pakken, die het nu eindelijk op zijn heupen begint te krijgen. De slip van mijn veertig jaar oude crack ratelt zelfs heel even. Toch nog een snoekje vandaag, ik ben helemaal tevreden.



Even lijkt het erop dat Ap ook niet visloos blijft, als een snoek tot twee maal toe misslaat naar zijn streamer. Het blijft bij misslaan, maar we zijn het erover eens dat de aanblik van de snoek al bijna net zo mooi was als zijn eventuele vangst. Het beestje maakte er een heel spektakel van. Intussen is het gaan sneeuwen, en we krijgen het allemaal flink koud. We besluiten zonder er veel woorden aan vuil te maken dat het mooi geweest is voor vandaag.