dinsdag 20 mei 2008

graskarpers zijn niet uitsluitend herbivoor

Gisteren had ik voor het eerst in een half jaar een dag vrij om te gaan vissen. Omdat ik nog wat anders te doen had dan vissen alleen ben ik pas 's middags naar het water gegaan. De Bruce & Walker had wel een uitje verdiend, en omdat hij wat meer kan hebben dan de oude Bansberg leek het me een goed idee om te kijken of de karpers in een lokaal waterpartijtje thuis waren.

Eigenlijk had ik er niet heel veel vertrouwen in. De temperatuur is in een paar dagen tijd met bijna 10 graden gezakt, en het zou best kunnen dat de vissen daar passief van zouden worden. Gelukkig was niets minder waar. Zo midden op de dag was de activiteit bijna voelbaar. Tussen het drijfvuil waren verschillende bekken te zien, en tussen de plompenbladeren werd druk gewroet.

Omdat drijvend vissen met stip de spannendste manier is om een karper te foppen begon ik met het strooien van een paar handen vol kattenbrokken. Dit tot groot plezier van de eenden, die op dergelijke plekken vreselijk brutaal kunnen zijn. gelukkig had ik net een 5 kilo verpakking brokken gekocht, en zoveel kunnen die eenden gewoon niet aan. Etende eenden zijn ook een soort uithangbord; de karpers worden geattendeerd op de aanwezigheid van voedsel, en ze zijn niet te schuw om tussen de eenden te gaan eten.

Ik kan me niet herinneren ooit eerder, zeker op een redelijk druk bevist water, overdag karpers aan het oppervlak te hebben gevangen, maar hier leek het allemaal veelbelovend. Drie kleinere karpers, te oordelen aan de bek, en een grote, die een bek had waar mijn vuist bijna in zou passen waren druk bezig de overgebleven brokken van het oppervlak te zuigen.

Na een tiental minuten hield de activiteit ineens op, maar net toen ik het tijd vond mijn aas eens te controleren, en een beetje bij te voeren was er toch een rimpel. Bij het vissen met brokken gebruik ik een licht pennetje als beetindicator, omdat het aas tussen drijfvuil bijna niet te zien is. Het pennetje werd door de passerende vis van zijn plaats gedrukt, om vervolgens prachtig weg te zeilen. Het zetten van de haak, op zo'n korte afstand met een klein rukje, leidde tot het fijne gevoel vast te zitten aan iets groots.

Het molentje dat ik gebruikte, een J.W. Young & Sons Ambidex met halve beugel, heeft wat nadelen ten opzichte van een moderne molen. De inhaalsnelheid is heel laag (overbrening 1:2,5) en hij heeft geen antiretour, zodat je de slinger vast moet blijven houden, of met een vinger van de rechterhand de rotor moet stoppen. De slip had ik nog niet uitvoerig getest, en die werkt ook niet zo soepel als die van een nieuwer model. Toch vind ik het voor een ongeveer 60 jaar oud model zo slecht nog niet.

Dat ik een graskarper gehaakt had werd me al snel duidelijk. Graskarpers zijn redelijk passief. Ze gaan pas tekeer als je de druk opvoert, en omdat mijn materiaal vrij licht en soepel is bleef het deze keer bij een langdurig potje voorzichtig touwtrekken. Van het plompenbed is wel het nodige gesneuveld, maar dat groeit wel weer aan. Leuk was in ieder geval dat de vis, die ik niet heel groot in had geschat, met twee handen de kant op moest worden getild.

Ruim 80 cm lang was hij, een foto staat hieronder. Door alle misbaar heb ik de rest van de dag geen karper meer gezien, maar echt ontevreden ben ik daar niet over. Die karpers zitten er volgende week ook nog wel, en het resultaat van vandaag was helemaal niet slecht.

3 opmerkingen:

Peter Linzell zei

Hallo Arjan,

Een wel heel mooie vis om de B & W en je nieuwe eh.. stok oude werpmolen op in te wijden. Gefeliciteerd met de graskarper en de prachtige hengel/molen combinatie.

Groeten,
Peter

Arjan zei

Dankje, de molen is wel veel ouder dan de hengel, maar op de originele MKIV zou hij zeker niet misstaan hebben. Volgende keer een stukje over het ding, het binnenwerk is echt mooi.

Arjan

Ap zei

Mooie vis Arjan, een vegetarier aan de kattenbrok. Wel prettig om je hengel op deze manier in te wijden.

Ap