Maandag had ik weer een vrije dag. Niet al te slim gepland helaas: 's ochtends moesten we naar het ziekenhuis, en vroeg in de avond had ik rijles. Daardoor kon ik het vissen op karper wel vergeten. Gelukkig had ik nog een kleine rekening te vereffenen met de plaatselijke rovers, en de paar uur die ik had ben ik die maar gaan lastigvallen met wat klein kunstaas.
Mijn favoriete plek, eigenlijk alleen doordat ik er een jaar geleden erg goed ving, was als eerste aan de beurt. Het werpen met het dunne dyneemalijntje gaat veel strakker dan met de heel dunne nylon lijn die ik eerder nog gebruikte. Bovendien blijkt het veel gemakkelijker om vastzittend kunstaas los te maken vanachter de stenen die hier de bodem bedekken.
Al na een kwartiertje werd het witte stukje rubber grof aangepakt door een vis. In het troebele water leek de vis donker gekleurd, en ik had heel even de hoop dat ik eindelijk een echt grote baars had gehaakt. De vis verried zijn identiteit echter door herhaaldelijk naar de bodem te duiken, kop omlaag. Een mooie snoekbaars kwam moegestreden mijn net van binnen bekijken. Na een snelle foto mocht hij zijn moeder gaan vertellen dat die nare baardmans weer bezig was...
Moeders was kennelijk niet onder de indruk, en ik besloot eens wat verderop te gaan kijken naar mogelijke visplaatsen. Bij een pontje verderop langs de rivier staat, door het voortdurend keren van de boot, een flinke stroming, ook omdat de rivier daar even smaller wordt. Dit leek me een goede plaats voor roofblei, waarvan ik er in de buurt van mijn woonplaats nooit één zag die echt groot was. Helaas werd er niet zichtbaar gejaagd, en op een voorzichtige aanbeet op een twistertje na heb ik van vis niet veel last gehad.
Ik kon nu kiezen: teruggaan en nog even bij het gemaal vissen, of doorgaan en kijken of er verderop bij de rivier nog iets te beleven viel. Mijn voorkeur (de mens blijft een gewoontedier) ging toch uit naar de eerste optie, en bij aankomst was ik daar blij mee. Het gemaal liet rivierwater het kanaal in. Dat gaat niet zo snel als andersom, maar in ieder geval werd de boel flink doorgespoeld. Hier heb ik al vaker roofblei gevangen, alleen waren die nooit echt groot. Ook nu leken de rovers, die zichtbaar op heel klein aas joegen, niet echt op recordvissen.
Vorige week heb ik mijn Asp-spinnertje verspeeld, dus nu moest ik iets anders verzinnen. In mijn kunstaasdoosje had ik nog een klein werppilkertje liggen. Dat ding heb ik twee jaar geleden in Schotland gekocht om ermee op makreel te vissen. Daar heten ze "wedgie", vanwege de wigvormige voorkant. Ze hebben van zichzelf een behoorlijke actie, en ze wegen maar een gram of acht.
Dat roofblei niet alleen wat betreft zijn felheid, maar ook qua voedselkeuze lijkt op makreel werd gedemonstreerd door een mooi zilverkleurig visje. Zoals vaker was het na de vangst van deze eerste vis ook helemaal over, maar dat kon me niet echt schelen. Ik had weer goed gebruik gemaakt van mijn tijd, en het mooie weer was een meer dan plezierige bijkomstigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten