We hebben allebei onze hengeltjes al opgetuigd achterin de auto liggen. Dat scheelt tijd, en vooral is het gemakkelijk om niet in het half-donker te hoeven pielen met subtiele knoopjes. Het is glad op de steigers die overal langs de kades liggen, en Ap deelt wat ervaringen met mij. Oppassen is geboden: naast de gladheid die vandaag veroorzaakt wordt door de kou, is er soms sprake van rotte planken, en het laatste wat je wilt op een dag als dit is te water geraken.
We gaan vissen op baars in de jachthavens van Brielle, één van de twee soorten die bijzonder talrijk kunnen zijn in de winter. De andere is de blankvoorn, die hier de koude maanden doorbrengt in de luwte van het stadje. De blankvoorns komen hier in twee categoriën. De eerste is de buitencategorie: vissen met een respectabele lengte van dertig centimeter en meer, die zich ophouden in de diepere delen halverwege de haven. De tweede wordt gevormd door hun nog jonge nageslacht. Enorme scholen visjes van twee jaar oud houden zich op langs de steigers, meer naar de einden van de havens. Deze visjes zijn waarschijnlijk de voornaamste reden voor onze rovers om zich gedurende de koudere periode in de haven te vestigen. We zien er tienduizenden, allemaal bijna stil hangend op half water.
Voor het zien van vis is het echter als we beginnen nog iets te donker. Met spanning laten we onze kleine shadjes langzaam over de bodem huppelen. Net als twee weken geleden in Den Helder lijkt het erop dat de baarzen nog te koud zijn om te reageren op de bewegingen, maar al snel heb ik toch iets gehaakt dat tegensputtert. Een vis dus, en geen vuil of verstopt ankertouw. Een baars kan het niet zijn, daarvoor is hij te log, en ik meld Ap dat het hier een snoekbaars betreft. In het heldere water kan ik even later zijn kop zien, en ik moet mijn fout inzien. Een snoek heeft mijn kleine gele visje gegrepen. Hij zal hier nog niet lang zijn, want hij is nog erg mager. Behoorlijk lang is hij wel, en het driegrams hengeltje zou in beter tijden geen partij voor hem zijn geweest. Gelukkig heeft de vis het net zo koud als wijzelf, en de dril is met een minuut of twee klaar.
Na deze eerste vis, die maakt dat wij ons wat warmer voelen wordt het toch tijd voor baars. Ap haakt en verspeelt een hele beste, en ik krijg wat later, tussen de eerste school visjes die we zien een hartverzakking als een mooie baars mijn shadje vlak onder mijn voeten grijpt en even laat zien dat hij lak heeft aan mannen met baarden. Dit is spannend vissen, door de boten en touwen moet je de vis op een vierkant meter houden, en een baars van een goede dertig centimeter zal niet zomaar meewerken. Gelukkig win ik ook deze strijd, en zo is roofvissoort nummer twee de klos vandaag.
De ochtend is al best een eindje opgeschoten, en we besluiten te gaan verkassen. Ap rijdt ons naar een heel ander deel van de haven, en voor we uitstappen hebben we koffie, brood en een heerlijke soep. Ap heeft duidelijk meer talenten dan vissen alleen! De tweede plek is wat ondieper dan de eerste, met opnieuw een enorme school vingerlange voorntjes vlak onder de kant. Ik haak en verspeel drie mooie baarzen achter elkaar, waaronder een vis die misschien wel mijn felbegeerde eerste veertiger zou zijn. Een mooie baars komt gelukkig wel even boven kijken, maar dan is het over. We overleggen nog even wat we de rest van de dag gaan doen. Het oorspronkelijke plan was om 's middags in de polders wat dichter bij huis de snoek te gaan belagen, maar eigenlijk is het hier in de haven wel prima. In de zon en uit de wind is het bijna behaaglijk, en Ap moet toch nog wel een baars gaan vangen.
We bleven dus, en dat was verstandig. Ap haakt een pracht van een snoekbaars. De vis laat zien wat hij waard is aan het "baarsbeukertje". Zijn hengeltje is speciaal voor hem gebouwd door John Schreiner, en het is een fantastisch ding voor deze lichte en subtiele visserij. Bedoeld voor de baars, maar ook een flinke snoekbaars kan hij aan.
De snoekbaars is nog maar net terug als ik weer aan de beurt ben. Een trage vis, die de hengeltop laat schudden is zich in de diepte erg kwaad aan het maken. Ook voor mij een snoekbaars! Als de vis anderhalve meter diep zwemt kan ik hem al zien. Hij heeft zijn bek wijd opengesperd en schudt als een wildeman met zijn kop. Het viervoetshengeltje laat zien ook met de derde roofvis van ons land geen moeite te hebben, en de snoekbaars glijdt moe en probleemloos het netje in. Zo vangen we twee vissen van precies 69 centimeter in vijf minuten van elkaar.
Hierna blijft het een tijdje stil. We spreken een paar witvissers die prachtige voorns vangen, en maken ons op voor het laatste deel van de dag. We gaan vissen waar we begonnen zijn, in de hoop dat er nu meer baars ligt.
Die baarzen zijn er inderdaad, en Ap vangt er dan ook niet alleen alweer een mooie snoekbaars, maar ook een echte pracht van een baars. Net geen veertig centimeter lang, en met een dikke buik vol voorntjes een vis om echt trots op te zijn. Even eerder sneuvelt mijn "record" op een vis van 35 centimeter. Het doet me opmerken dat baarzen toch wel de fanatiekste vechters onder onze roofvissen zijn. De vis duikt onder een boot, jaagt hele hordes voorntjes de stuipen op het lijf en zelfs op de kant is hij nog één en al branie.
Het was een prachtdag, met mooie vissen en in goed gezelschap.
3 opmerkingen:
Mooie baarzen mannen, de kou straalt van de foto's af.
Lekker hoor !!!!
Gr Frits
Hoi Arjan,
Die foto met de snoek en sigaret in je mond doet me denken aan de foto op de eerste druk van 'Karpervissen' van J.B. de Winter. Als je straks maar niet zo met de baby op de foto gaat. ;-)
Mooie vissen!
Groeten uit de polder,
Peter
Mooi en leuk verslag Arjan!
En ook nog een stel schitterende vissen!
Gefeliciteerd.
Groet,Dale
Een reactie posten