dinsdag 27 mei 2008
Een lange avond
Het is alweer even geleden dat ik voor het laatst iets schreef. Dat krijg je als je het een beetje te druk hebt om te gaan vissen. Zaterdagavond was het dan eindelijk weer zover. Ik had me er erg op verheugd; voor het eerst zou ik het gaan proberen in het watertje waarover ik al eerder schreef.
De plek is prachtig als altijd, en activiteit van vissen en watervogels is er volop.
Vooral het gedrag van een fuut valt me op. Zijn nest bevindt zich tegen een klein eilandje, maar alle kleine vis zit in een ondiep deel 50 meter verderop. Dat betekent dat het beest meer tijd kwijt is aan zwemmen dan aan vissen voor zijn jongen. Futen zijn dus kennelijk niet heel verstandig. Vissen kunnen ze wel weer beter dan ik, overigens.
Ik vang voorlopig vooral knutjes, en die steken me waar ze maar kunnen. In de hoop die beestjes te ontwijken probeer ik het even verderop, tegen een plompenveld aan. De hengel die ik meegenomen heb is een Jack Hilton anderhalf ponder, gebouwd door Alan Brown. Dit is een hengel gebouwd op een dikwandige blank, en ik heb wel vertrouwen in de kracht die ik ermee kan zetten. Een Mitchell 300 is vanavond mijn molen. Die past wat uiterlijk en leeftijd betreft prima bij mijn hengel.
Naast de plompen heb ik aan het begin van de avond al wat mais gevoerd, en met een heel klein beetje extra lijkt het me genoeg. Het water is hier erg ondiep, en ik heb al wat beweging gezien. Gelukkig lukt de worp vanuit een gehurkte houding, zodat ik niet hoef te gaan staan. Terwijl ik blij ben dat er geen mugjes zijn hier, zie ik mijn kleine pennetje wegduiken, en mijn lijn vliegt er zowat achteraan! Hoewel ik niet meer zo vaak vis als tien jaar geleden zijn de reflexen nog aanwezig, en voordat ik goed en wel besef sta ik met een kromme hengel in mijn hand. De slip laat zich even horen, maar dan is het over. Een behoorlijk grote brasem komt naar me toe. Ik ben verbaasd dat hij zo snel was, en dat hij zelfs de hengel helemaal rond kreeg. Kennelijk lag hij dwars in het water toen ik sloeg, het was nu niet bepaald een zachtzinnig tikje zullen we maar zeggen, en ik stel mijn slip opzettelijk licht af, om met mijn vingers het fijnere remwerk te kunnen verzorgen. De brasem gedraagt zich verder gewoon zoals het hoort: hij rolt twee keer om, komt naar de kant, en blijft na het onthaken en een foto vijf minuten voor mijn voeten uithijgen.
Om meer brasems uit mijn buurt te houden probeer ik het eens anders: met een elastiekje bevestig ik een zinkende hondenbrok aan een haakje maat 8, en een paar brokken gaan in stukjes het water in, met mijn haak ertussen. Een heel klein pennetje met een breekstaafje erboven dobbert rustig rond.
Het is inmiddels donker geworden, en een nadeel aan deze stek openbaart zich. Ik zit op een fietspad, en fietsers zonder verlichting zien mij niet zitten. Uit angst voor een botsing die zal leiden tot persoonlijke of materiele schade geef ik het na de derde bijna-botsing op. Hier zal ik iets op moeten verzinnen, maar voorlopig ben ik tevreden. Ik heb karpers gezien, dus kan ik ze ook vangen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ik hoop dat je er een karper uittrekt Arjan. Zien zwemmen is bij mij nog geen garantie voor vangen. Het is eigenlijk zo dat als ik ze zie, ze niet vang.
Ap
Een reactie posten