Als het na een uurtje eindelijk lijkt te stoppen met regenen vertrekken we naar de eerste plek. Daar heb ik eerder al aardig windes kunnen vangen, dus het leek me een logische plaats om te beginnen. Helaas is er van de weersverwachting weinig terecht gekomen. Het had al niet moeten regenen, maar de wind staat ook nog eens in de lengte van het kanaal, in plaats van in de rug, zoals ik had gehoopt. We proberen het een uurtje, gelijk weggaan is ook een beetje jammer. Van vis zien we helemaal niets. Joop probeert het op de gok wat dieper. Verstandig, want al snel wipt zijn vlokdobbertje wat op en neer, om vervolgens omhoog te komen en plat te gaan liggen. Een pracht van een brasemaanbeet, gevolgd door een dril zoals je die niet verwacht als je je brasems alleen vangt tijdens het karpervissen.
Als de brasem in het net ligt geeft hij nog een klap met zijn staart, waardoor het lijntje breekt. We beslissen om pas op een andere plek weer op te tuigen, hier is het veel te winderig. We rijden door naar de Lek, waar ik wel vaak langsgereden ben, maar waar ik nog nooit heb gevist. Een parkeerplek is nog niet makkelijk te vinden, evenmin als een krib waar je makkelijk bij kunt. Gelukkig komt zo'n plek toch en een beetje onwennig proberen we de rivier te temmen.
Joop meldt dat hij wat aanbeten heeft aan de basis van de krib, waar het heel ondiep is. Op de kop heb ik nog niet veel gezien. Ik ga naast Joop zitten en net als ik me afvraag of er wel vis zwemt in het enkeldiepe water schuift mijn vlokdobbertje snel weg. Ik sla, waarop een vis als een dolle dolfijn het water uitspringt. Hij is maar even boven water, maar ik herken hem aan zijn grote stompe kop: een winde. Ik heb er erg veel plezier in. De oude Fair Play vlokhengel die ik vandaag mag lenen van Joop gaat hoepeltje rond, en de slip van de even oude Pelican 50 laat zich ook nog horen. Joop poseert met de vis, die nogal slijmerig is.
Aan de andere kant van de krib staat de stroming wat gunstiger, en Joop meldt dat hij het daar gaat proberen. Al na een kwartiertje komt hij terug, zijn handen een halve meter uit elkaar houdend en druk gebarend en schuddend. Als hij zijn tas heeft bereikt vertelt hij dat zijn lijn gebroken is door een vis die woest tekeer ging. Nadat ik een brasem heb geland ga ik even bij hem kijken. Hetzelfde blijkt hem nog een keer overkomen te zijn. We vragen ons hardop af wat het geweest kon zijn. Grote windes die achter een steen langs zijn gezwommen, of misschien wel ondiep fouragerende barbeel? Het windeverhaal lijkt waarschijnlijker, als Joop er één haakt die als een speer naar het diepere water vlucht. De slip staat wat losser nu, en het dunne lijntje overleeft het geweld. Joop is alweer de gelukkige wat het poseren betreft...
Kort na deze vangst besluiten we dat het wel genoeg is geweest. De wind wordt wat kouder, en we hebben allebei gevangen waarvoor we kwamen. Als het weer een beetje prettiger is doen we het nog eens over.
2 opmerkingen:
Arjan,
Prachtig die windes, ik had ook de Lek nog willen aandoen maar weet ook niet waar ik moet zijn, ik zat laatst vlak bij Montvoort.
Cees.
Beste Arjen,
Mooie blog!
Ik vis geregeld op winde in de lek met de vlok en een FP vlokhengel. Mijn ervaring is dat op de meeste, zoniet alle plekken aan de Lek winde te vangen is. Nu moet ik er bij zeggen dat ik altijd wadend vis, dan kom je overal wat makkelijker bij. Het voordeel van de Lek is dat er weinig stroming is. Stroming en een korte vlokhengel/vlok gaan niet zo fjn samen vind ik, je kunt niet lekker "menden" en je moet de hele tijd je vlok verversen. Als ik toch in de stroming vis, bv in de waal, dan wordt het al gauw een soort van trotten en dan gebruik ik liever maden dan brood en liever een langere hengel, bv een FP brasemhengel. Ook voor de Waal geldt dat ik eigenlijk overal windes vang. Zelfs voorbij de Maeslantkering in de nieuwe waterweg, wanneer ik op harder vis.
Grt,
Sander
Een reactie posten