Alles lijkt alsof er niets veranderd is. De vogels zijn iets vroeger begonnen met zingen, en de specht laat zich al horen, maar de karpers liggen nog precies daar waar ik ze achterliet toen ik vorige week naar huis ging. Dit moet gewoon een goede dag gaan worden. De temperatuur gaat vandaag niet laag zijn volgens de voorspellingen, en de wind is zwak. We beginnen bij de eerste zichtbare karper. Ap meent wel een aanbeet te zien, maar ikzelf zie alleen karpers langs mijn aas zwemmen. De meegenomen garnalen worden heen en weer getorst door de plaatselijk zeer algemene Amerikaanse kreeftjes. Plan B is het monteren van een dikke huisjesslak. Die plant ik vlak onder de overkant tussen de begroeiing in. Die wordt door wel drie verschillende vissen geheel genegeerd. Jammer, maar de dag duurt nog lang.
We verkassen een stukje, hopend wat vissen te vinden die wel willen eten. Tussen de planten die groeien in een heel ondiep stukje zit redelijk wat vis. Ik leg mijn slak vlak tegen de planten, hopend op een aanbeet. Of die er echt was of niet weet ik niet, het kan ook een lijnzwemmer zijn geweest. In ieder geval sloeg ik een prachtig gat in de lucht, net als bij alle andere keren dat mijn drijvertjes later op de dag in beweging zouden gaan komen. Ap lacht me uit, om vervolgens hetzelfde nog een paar keer te doen. Heerlijk, zo'n dagje lekker prutsen. We vermaken ons ondanks alles prima, er is tenslotte genoeg te zien.
Binnenkort doen we het nog eens over, hopelijk met iets meer succes.
1 opmerking:
Ik popel om er weer heen te gaan Arjan. Je verslag maat het me wel moeilijk :)
Ap
Een reactie posten