Gisteravond heb ik twee uurtjes vrijgehouden om met een licht spinhengeltje en een minimum aan ander materiaal op pad te gaan. Het plan was ook nog om lekker de fiets te pakken, maar die bleek ik niet in de buurt te hebben. Gelukkig werkt een auto even goed als je jezelf verplaatsen wilt. Het plan was om wat baarzen en eventueel ruisvoorns te gaan vangen met als aas een klein spinnertje met een rode vlieg erachter. In mijn tas zaten verder een doosje lood, een paar spinnertjes, een onthaaktang en mijn vergunning, die nog de meeste ruimte in beslag nam. Een net had ik thuisgelaten.
Een beetje onwennig ben ik nog wel na een tijdlang niet met een heel kort hengeltje gespind te hebben. De eerste worp leek meer op een poging een baksteen achterover over mijn hoofd te gooien... De tweede was alweer zoals het hoort, strak tegen de overkant van de vaart geplaatst, zonder de boel in de war te maken. Op de helft van de vaart zag ik het spinnertje nog net blinken toen het werd gegrepen door een mooie baars, die helaas ook meteen loste. Zijn tweede aanval liep op niets uit. De daaropvolgende worp leverde wel een goede aanbeet op. Niet van een baars, maar van een snoek. Ik zag de aanbeet nog voor ik hem voelde. Gelukkig wist ik me in te houden, je moet pas slaan als je de vis voelt. Bij slaan moet je je overigens toch al niet veel voorstellen als je hengel maar 1,20 meter lang is en je met 10/00 nylon vist. De snoek hing, met de spinner zichtbaar voorin de bek. Daar was ik blij mee, want spinstangen had ik niet, die zouden een beetje te zwaar zijn voor het heel kleine spinnertje dat ik gebruikte. Zo'n snoek kan nog behoorlijk zijn best doen op echt licht materiaal. De dril heeft minuten geduurd en de slip van het kleine Mitchell molentje is goed getest. Dat ik geen net bij me had was wel wat lastig, de snoek was al bijna te groot om hem veilig te kunnen pakken. Gelukkig heb ik geen heel kleine handen, en de eerste snoekenbeet sinds jaren kreeg ik pas toen ik de vis in bedwang hield terwijl ik me omdraaide om mijn tang uit de tas te pakken. Met twee kleine sneetjes in mijn vinger viel het allemaal nog best mee. 71 Centimeter snoek aan een lijntje 10/00, terwijl baars de beoogde prooi was, dat is helemaal niet vervelend. Twee meisjes op paarden waren zelfs een beetje onder de indruk.
Na zo'n vangst is het gemakkelijk om te denken dat alles wel goed en van een leien dakje zal gaan. Vissen blijft gelukkig vissen, en het uur na de eerste vangst heb ik geen visje op de kant weten te krijgen. Het water zat werkelijk vol met visjes die precies zo groot waren als mijn spinnertje, en alleen vlakbij de scholen jonge ruisvoorn kreeg ik soms een flauwe aanbeet als ik hoog viste. De baarzen hadden genoeg te eten gehad, dus de normaal felle aanbeten van de kleine polderbaarzen heb ik moeten missen. Omdat de begroeiing ook nog zijn best had gedaan om overal en nergens plukken en plukjes te vormen besloot ik om nog even verderop te gaan kijken voordat het tijd was om naar huis terug te gaan.
Op een mooi breed stuk water, met beduidend minder planten dan op de smallere vaart kon ik weer wat worpjes plaatsen. Het liep zeker niet hard, maar net voordat ik het eind van het pad bereikte haakte ik alweer een snoek. Iets kleiner dan de vorige, maar nog steeds een heel mooie vis, met flink wat pit.
Tijdens het onthaken viel het me op dat achter me in een onooglijk slootje gejaagd werd op de ook daar talrijk aanwezige voorntjes. Ik had mijn baars nog niet gevangen, en stiekem vond ik dat een beetje jammer. Daarom heb ik toch het slootje even uitgekamd. De eerste worp leverde me al een aanbeet op. Geen snoek deze keer, maar een prachtig gekleurd baarsje liet zien waarom ik zo graag op die polderbaarsjes vis. Het is grappig eigenlijk, dat mijn baarsvisserij soms wel gericht lijkt op twee heel verschillende soorten. De grote baars in relatief diep water in de winter gedraagt zich totaal anders dan de kleinere vissen in zomers polderwater. Ik vind het allebei leuk en ontspannend, dat wel, maar vooral het bijpassende warme weer maakt voor mij de visserij met heel licht materiaal op polderbaarsjes altijd zo geslaagd. Meestal zijn ook de aantallen een voordeel. Op sommige dagen lijkt het echt niet op te kunnen.
Mijn laatste kwartiertje leverde nog een derde snoekje op. Een worpje langs de eigen oever, spinnertje starten en hartstikke vast... Net toen ik begon te schudden om mijn spinner te bevrijden van het paaltje dat ik dacht gehaakt te hebben sprong een snoekje wild zwaaiend met zijn kop boven water. De spinner schoot uiteraard los. Dat had ik nog nooit meegemaakt, een snoek die de spinner pakt zodra hij het water raakt. Omdat ik toch nog vermoedde dat de vis misschien niet in de gaten had wat hem overkomen was heb ik snel een tweede worpje geplaatst. De snoek had duidelijk honger, want nog voordat de spinner een meter gelopen had hing de vis alweer. Met 59 centimeter was het de kleinste van de avond, en dat is nog helemaal geen heel kleintje voor een ondiepe poldersloot.
De volgende keer neem ik toch maar spinstangetjes en pleisters mee.